Van boot naar bus
Het ontstaan van een busreisorganisatie.
Janssen Booten was eind 19 eeuw dé onderneming in Lith. Tientallen Lithenaren hadden een baan als kapitein of stoker op een van de vele boten van Janssen. Jan Smits, oud directeur van Maaskant Reizen in Lith, vertelt over Janssen Booten en hoe zijn vaders bedrijf, busonderneming de Maaskant, uit Janssen Booten is ontstaan.
Jan Smits vertelt...
Druk op het grijze driehoekje om het audio-fragment te starten.
“Er was ook een grote rederij hier in Lith, die had het hoofdkantoor hier in Lith. Janssen Booten het hoofdkantoor zat in Lith. Dat bedrijf was toen des tijds een groot bedrijf want die hadden in die tijd wel 50 of 52 boten of schepen. Dus dat was erg groot voor die tijd. Wie heeft er nu nog 52 boten in Nederland? Ik denk niemand meer. Maar hun waren dus ontzettend machtig en zij bepaalde in Lith wat er gebeurde. Daar is mijn vader chauffeur geworden.
Wij hebben altijd gedacht dat aan de Maaskant, dat Willem Janssen de busdienst bedacht heeft, tot ik een paar maanden geleden een kopie kreeg van een advertentie waaruit blijkt dat dat niet de Jansesns zijn geweest, maar dat zijn de gebroeders van den Oord geweest. Die zijn begonnen zijn met de lijndienst van Lithoijen naar Den Bosch toe met bussen. Ja bussen, wat toen bussen waren. De Janssens zagen die boot leeglopen, want er was al een bootverbinding van Lithoijen naar Den Bosch toe. Dat ging 3 keer in de week en dat deden de Janssens al vanaf 1877.
Toen kwam in 1920 Van Oord en die begon met een busdienst, en die mensen hadden zoiets van dan gaan wij niet met die boot, want die boot doet daar wel 3 uur over voordat die in Den Bosch was. De bus deed daar maar een uur over. Dus Janssens zagen die boot leeglopen en toen begonnen hun ook en die kochten ook twee bussen. Toen is mijn vader daar begonnen als chauffeur en dat heeft nog een tijdje geduurd dat ze alle twee achter elkaar reden. Want die Janssens reden in het begin voor niks om die gebroeders Van Oord vlug uit het zadel te helpen.”
“Want die ging 3 keer per dag op en neer. 's morgens een keer, 's middags een keer en 's avonds een keer.”
“Ze volgden vroeger, meestal de dijk en die dijk die bleef wel bovenop droog natuurlijk he. Dus naar Den Bosch toe dat was natuurlijk over de hele dijk heen. Ze konden die dijk blijven volgen."
