Beneden peil

Jan Smits vertelt...

Druk op de grijze driehoekje om het audio-fragment te starten.

“Er kwam geen ontwikkeling, in Lith is geen ontwikkeling, ook niet daarna direct natuurlijk niet he. Maar hier is trouwens in Lith, hier is nog niet zo heel veel ontwikkeling. Wij hebben het nou wel goed natuurlijk maar, de hele streek vanaf Ravenstein tot aan Den Bosch, heel dat gebied van de maaskant dat is achtergebleven. Dat is uit de wind gebleven. Er is hier niks. Kijk eens aan de andere kant wat een ontwikkeling daar is, fiets daar maar eens, Alphen, Leeuwen, en al die plaatsnamen. Wat er allemaal in industrie is gebeurd en wat hier is gebeurd. Dat is duidelijk minder. Ik wijt dat nog steeds, in al die tijd is dat niet ontwikkeld. Het was trouwens ook verboden om in het gebied in de overlaat te bouwen. Kijk maar, in de polder, nu zie je allemaal boerderijen maar dat was dus vanaf kavel nummer 50 zijn pas de eerste boerderijen in de polder gekomen. Wij gingen nog kijken naar de eerste boerderij in de polder. Dat was een proefboerderij.”

“Dan zal ik nog een verhaaltje vertellen. Want ik ging dus met mijn ooms, mijn een oom had een kolenzaak en mijn andere oom woonde hier, ome Arno en tante Door. En daar was ik ook alle dagen want ik zou boer worden. En mijn oom Arno die had al wel diploma’s. Landbouwdiploma’s toen en dat had ie ook hangen in de keuken. Op een gegeven moment had die een kalf en er komt een boer uit Amstelveen en die komt dat kalf kopen. En die man kwam denk met de bus mee ofzo en die kwam om half 12 daar, dan kon die eten en kon die om half 2 met de bus weer terug. Maar enfin, die kocht dat kalf en die moest ook mee eten natuurlijk he. En ze zitten aan tafel en ik zit daar ook zo bij te luisteren, en toen vroeg die man aan mijn ome Arno 'wie heeft hier nou de meeste melkkoeien?'. Ik praat hier nou over 1950 hè. Hij zei 'nou dat is mijn schoonvader', zei die. Mijn schoonbroers, hij zei, die hebben 11 koeien. Dat was de grootste boer van Lith in die tijd. Kun je zien wat het was. En de rest had allemaal 4 koeien, 6 koeien, 8 koeien. Godverdorie. Zo was de situatie. En dat wijt ik allemaal nog aan weinig ontwikkeling.”

De Brouwerij

Zoals in elk dorp, waren er in de middeleeuwen in Lith meerdere brouwerijen. Iedereen dronk bier, ook kleine kinderen. Overigens bevatte dat bier veel minder alcohol dan tegenwoordig. In de loop van de negentiende eeuw verminderde het aantal brouwerijen. Het woonhuis werd in 1834 gebouwd. In 1867 werd de brouwerij verkocht aan de familie Van Mourik. Zij bleef gedurende zes generaties brouwen op deze brouwerij, officieel geheten: ‘Koninklijke Stoombierbrouwerij, Mouterij en limonadefabriek Het Hert’.
Links aangebouwd aan het woonhuis was de brouwerij.