Water in de polder

Niet alleen maar ellende.

Wanneer je vanaf dit punt de polder inkijkt, ligt zo’n 10 kilometer verderop, het dorp Geffen. Helemaal aan de andere kant van de polder. In de tijd van de Beerse Overlaat stond dit stuk polder helemaal onder water. Dan was Lith totaal geïsoleerd. Dit kon voor veel overlast zorgen, maar gelukkig ook voor leuke herinneringen. Riet van Haperen vertelt over de avonturen van haar moeder.


Riet van Haperen vertelt...

Druk op het grijze driehoekje om het audio-fragment te starten.


“Ons mam, die was wat meer avontuurlijker dan de andere meisjes. Die ging mee met de jongens weet je wel.

Ze is eens met de roeiboot naar Geffen geweest. Toen stond alles hier blank (onder water). Overal stond water vanaf de Wielen en dan zo de polder in. Dan zetten ze een zeiltje op de boot en zeilden ze zo naar Geffen. In de winter als er ijs lag, deed ze haar schaatsen aan in de keuken en kon ze de deur uit schaatsen.”



Vele inwoners van Lith waren tijdens de wateroverlast van de Beerse Overlaat erg geïsoleerd en waren beperkt in hun bewegingsvrijheid en hadden weinig te doen. Ze zagen dat de flora en fauna in de polder zwaar te leiden hadden onder het verwoestende water. Zo werd er door dokter Wiegersma een actie op touw gezet om met vrijwilligers de hazen te redden maar dus ook de jacht voor volgend jaar veilig te stellen.

Coen van Lith vertelt...

Druk op het grijze driehoekje om het audio-fragment te starten.


“Ik heb veel verhalen gehoord. De mensen hadden met hoog water vaak niets te doen. De hazen en rest van het wild kwam naar het hoog land ( het dorp) toe. Het water dreef alles naar het dorp. De hazen daarom werden niet met een strik gevangen maar werden met de hand uit het water gevist. Vrijwilligers kregen een gulden van de dokter Wiegersma per haas. De hazen werden in de buurt van de Valkseweg bij een boer in een leegstaand varkenshok gedaan. In de lente werd de hazen, die de winter overleefd hadden, weer uitgezet in de polder. Dokter Wiegersma had als vervend jagers in de zomer zo weer volop hazen in de polder”.

Weesje Lith

Boterfabriek

 In het bedrijfsgebouw achter deze woning was van 1934 tot 1972 de Coöperatieve Zuivelfabriek De Maaskant gevestigd (in de volksmond ’t rômfebriek). De boeren van de omliggende dorpen leverden hun bussen met melk dagelijks aan deze fabriek. Bij hoog water van de Beerse Overlaat werden de bussen met de boot naar de fabriek gebracht. Het pand is in de loop der jaren veelvuldig verbouwd, waardoor je het bijna niet meer zou herkennen.


Hoog en laag

Dit punt ligt 61 cm lager dan het Marktplein.
Tijdens de Beerse Overlaat stond je hier dus ongeveer tot je middel in het water.

Share by: